◦ Aanschaf Bordeaux Dog - bdcn.nl

Lint
Logo
Bordeaux Dog Club Nederland
Bordeaux Dog Club Nederland
Bordeaux Dog Club Nederland
Bordeaux Dog Club Nederland
Ga naar de inhoud
Aanschaf Bordeaux Dog


Inleiding
U kijkt naar een korte handleiding die voor u behulpzaam kan zijn bij de aanschaf van uw Bordeaux Dog. De Bordeaux Dog Club Nederland (B.D.C.N.) heeft gekozen voor een adviserende functie. Niets meer en niets minder, de keus ligt bij u.

Hieronder ziet u een paar speerpunten.
“Geluk kan je niemand verkopen“ Dat is een juist begin van dit advies, omdat het waar is. Maar om geluk te hebben, kunt u zelf wat dingen doen. Wilt u aan een Bordeaux Dog beginnen, lees dan ook het stukje gedrag en eigenschappen van de Bordeaux Dog. Want zeker hier geldt, “Bezint eer gij begint“. Met deze spreuken beginnen we niet voor niets. Een Bordeaux Dog is een levend wezen en dien ten gevolge kan hem of haar van alles overkomen.

De koop en verkoop van een hond is iets tussen de fokker en de koper. De vereniging en het bestuur kan en wil hier geen partij in zijn. In de Algemene Ledenvergadering van 2012 hebben wij het fenomeen clubfokker afgeschaft. B.D.C.N.-leden die fokken dienen zich te houden aan het gestelde in ons Verenigings Fok Reglement (V.F.R.).
 

Wat betekent het voor de koper…
De koper krijgt op de website van de vereniging een uitgebreide voorlichting over de Bordeaux Dog, over ras specifieke kenmerken, gezondheid, gedrag enz.. Deze voorlichting vergemakkelijkt de keuze van de koper om bij een fokker een hond te kopen.
Wat betekent het voor de fokker…
Voor de fokker verandert er weinig. Nog steeds is de fokker zelf verantwoordelijk voor zijn fokproduct en de verkoop hiervan. De fokker blijft nastreven de ideale Bordeaux Dog te fokken, de informatie op de website kan hierbij helpen.

Het is dus de bedoeling om middels zo goed mogelijke informatie een gunstige invloed uit te oefenen op de fokkerij, waar alle partijen, fokker, eigenaar en vereniging met respect voor ieders verantwoordelijkheid de vruchten van kunnen plukken.

Adviespunten

Algemeen
De Bordeaux Dog is een zachtmoedige, rustige hond die graag dicht bij zijn baas is. Hij is ongeschikt voor een leven als kennelhond. Hij is een trouwe, moedige en eerlijke beschermer van zijn mensen. Hij is zelfverzekerd en bedaard. Hij hoeft niet woest aan te slaan om indruk te maken en dat weet hij. De Bordeaux Dog is bij de F.C.I. ingedeeld in groep 2.1, de molossers van het mastifftype. Andere rassen die tot deze groep behoren zijn de broholmer, boxer, bulldog, bullmastiff, cane corso Italiana, cao fila de Saô Miguel, dogo argentino, duitse dog, fila brasileiro, mastiff, mastino napolitano, perro dogo mallorquin, rottweiler, shar pei en de tosa. Hoewel er onderling veel verschillen zijn tussen deze rassen, hebben ze toch een aantal kenmerken die ze verbinden.

Allereerst zijn daar uiterlijke kenmerken, zoals een brede schedel, met krachtig ontwikkelde, korte kaken (brachicefaal) en een massief lichaam. Rassen als de fila brasileiro, de Duitse dog en de dogo argentino zijn a-typische vertegenwoordigers; zij zijn niet kortschedelig, maar hebben juist langgerekte koppen.
Ook in het karakter zijn er raakvlakken tussen de rassen onderling. Zo hebben deze rassen over het algemeen veel behoefte aan gezelschap en zijn ze graag dicht bij hun mensen. Als het contact en de verstandhouding met hun baas goed is, hebben zij een drang om hun baas te behagen en hem en zijn bezittingen te beschermen. Het instinct om te waken is in deze rassen aanwezig, evenals moed en alertheid. De meeste molossers komen overigens niet zo waaks over; zij lijken wat flegmatisch en rusten veel. Deze rust is echter ten dele schijn; altijd is de hond alert op zijn omgeving. Hij is echter te zelfverzekerd om bij ieder geluid overeind te springen. Hij neemt de geluiden uit zijn omgeving in zich op en reageert slechts dan als hij het idee heeft dat er iets niet in orde is.

Herkomst
De Grieken, en later de Romeinen, hebben een belangrijke rol gespeeld in de verspreiding van molossers in Europa. Er waren verschillende typen mastiffachtige honden; sommige lichter van bouw, die geschikt waren voor de jacht, en andere zwaarder en forser, die werden ingezet als bewakingshond. De Bordeaux Dog stamt af van mastiffachtige honden die vooral in het gebied van Bretagne bekend waren. Deze grote, sterke voorouders van de Bordeaux Dog waren legerhonden die hun werk deden tijdens de vele veldslagen.
Op een gegeven moment is men de Franse mastiff gaan kruisen met de Engelse mastiff, die groter was. Zo wilde men tot een nog grotere molosser komen.
Ook de Engelse bulldog werd naar Frankrijk geïmporteerd en aldaar gekruist aan de reeds aanwezige honden. Deze bulldog was echter wel van het oude type; groter, minder compact en beweeglijker dan de moderne bulldog.
In de Middeleeuwen hanteerde men de term ‘mastiff’ voor alle grote honden die een beschermende of bewakende taak hadden. Een andere naam die wel in zwang was, was ‘bandogge’, wat zoveel betekent als kettinghond. Inderdaad werden waakhonden overdag vaak vastgebonden om ’s nachts op het erf rond te kunnen lopen.
Alan Gaston Phébus, Conte de Foix, beschreef in 1387 in zijn boek over de jacht ‘Le Livre de la Chasse’ de ‘alans vautres’. De Alan was een krachtige hond die hoorde bij de Indogermaanse volksstam van de Alanen. De Alanen hadden zich in de Romeinse tijd gevestigd in het gebied tussen de Oeral en de Kaukasus. Zij werden er door de Hunnen verdreven, waarna ze zich over het gehele Romeinse rijk verspreidden. Toen de Alanen uitstierven, lieten zij hun honden na. Deze machtige Molossers werden in Noord-Spanje en in Aquitaine (wat nu de Médoc/Gironde is) gekruist aan inheemse honden. Dit waren de voorouders van de bordeauxdog, evenals die van de Spaanse perdiguero de Burgos. Toen modernere wapens de honden vervingen en zij hun legerbaantje kwijtraakten, ging men de honden voor andere doeleinden inzetten. Een van die nieuwe taken was het vechten als sport. In de hoofdstad van Aquitaine, Bordeaux, had men vechtarena’s die grote bekendheid genoten. De honden werden hiertoe bij feestelijke gelegenheden ingezet tegen wilde dieren als vermaak voor de adel. Later werden de wilde dieren vervangen door de stier en was het niet meer voorbehouden aan de adel, maar werd het een volksvermaak.
Lange tijd werden honden van dit type eenvoudigweg ‘Dogue’ genoemd. Ook sprak men van de ‘Mâtin’. De mâtin was de benaming voor alle grote erfhonden die werden ingezet voor verschillende taken. De naam ‘Bordeaux Dog’ kwam pas in omloop in de tweede helft van de 19e eeuw. In 1863 treffen we de naam Bordeaux Dog voor het eerst aan in de catalogus van de eerste Franse hondententoonstelling in le jardin d’Acclimatisation, het vrijetijdspark van Parijs. Dit was niet zozeer een show om kampioenen te plaatsen, maar veeleer een inventarisatie van de aanwezige rassen. Aan het eind van de 19e eeuw was de naam Bordeaux Dog pas echt gevestigd.

Gebruik
De Bordeaux Dog werd ingezet voor meerdere doeleinden. Hij was waakhond en vechthond, maar werd ook gebruikt bij de jacht op wild zwijn, als trekhond en als slagershond. In de Eerste Wereldoorlog werd het ras tevens ingezet om gewonden van het front weg te slepen naar veiliger gebied.
Een zwarte bladzijde in de geschiedenis van de Bordeaux Dog vormt zijn taak als vechthond. Hij werd hierbij ingezet tegen andere honden, tegen beren, ezels, wolven of stieren. En dit allemaal alleen als volksvermaak, ter meerdere eer en glorie van de baas en uit geldbejag. Want er ging heel wat geld om in de weddenschappen die men daarbij afsloot. De hondengevechten werden in Frankrijk pas in 1914 verboden, maar gingen hier en daar clandestien toch verder. Het eind van de gevechten markeerde de neergang van het ras. De reputatie van de Bordeaux Dog was erg slecht. Hij stond bekend als een bijtgrage valserik. Geen wonder dat er buiten de scene van hondengevechten aanvankelijk weinig animo was voor deze honden.

Ontwikkeling
Aan het eind van de 19e eeuw bestonden er drie dogtypen in Frankrijk: de ‘Parisien’, de ‘Toulousain’ en de ‘Bordelais’. Daarnaast bestond er ook nog een kleinere dogvorm, die tot stand gekomen zou zijn door kruisingen tussen de Bordeaux Dog en de bulldog.
Uit informatiebronnen die ontdekt zijn door professor Raymond Triquet is gebleken dat aan het eind van de 19e eeuw Engels gefokte bullmastiffs voorkwamen in Frankrijk, in het gebied rond Bordeaux. Het ligt voor de hand aan te nemen dat deze honden gekruist zijn aan de reeds aanwezige doggen. Men vond bruikbaarheid van een hond belangrijker dan naleving van een standaard. Bovendien was er niet altijd overeenstemming over het gewenste uiterlijk.

Belangrijke namen
Vrijwel ieder ras kent een of meer mensen die een belangrijke rol hebben gespeeld bij de totstandkoming ervan. Voor de Bordeaux Dog waren dat Pierre Mégnin, professor Kunstler en professor Raymond Triquet. Dierenarts Mégnin publiceerde in 1896 een studie over de Bordeaux Dog die leidde tot de eerste beschrijving van het ras in ‘L’Annuaire Richard’. Mégnin was een voorstander van een bruin masker. Kunstler schreef in 1910 een kritische studie, met daarin de eerste standaard voor het ras. Hij zag juist graag het zwarte masker. Hij verzette zich tegen de aanwezigheid van verschillende typen binnen het ras en maakte zich sterk voor meer uniformiteit. Triquet schreef de standaard van 1971 en wijzigde deze standaard in 1995. Tevens is hij de auteur van het boek ‘La Saga du Dogue de Bordeaux’ van 1997.
Na de Tweede Wereldoorlog ging het niet goed met het ras. Er waren nog maar weinig Bordeaux Doggen over en de wederopbouw van het ras ging moeizaam. Pas rond 1970 kwam er dusdanige verbetering dat men kan spreken van een bloeiend ras in de jaren ’70.
Ras specifieke kenmerken

Bedenk of de Bordeaux Dog in uw huis en gezin past. Kunt u bijvoorbeeld tegen kwijl tegen uw ramen, om maar een kleinigheidje op te merken. Het klinkt onbelangrijk, maar toch ook deze kleine ongemakken moet je meewegen. Is uw huis ingericht voor de toch zeker wat lomp te noemen bewegingen van een Bordeaux Dog. Een pup past altijd, maar weet u hoe groot een volwassen Bordeaux Dog er uit ziet?
Vraag aan de fokker of er hondenshows met de ouderdieren zijn gelopen, dan weet u wat opgeleide keurmeesters van de ouderdieren vonden.
Een aantal keer per jaar worden tentoonstellingen georganiseerd voor rashonden. Op deze tentoonstelling wordt gekeken door gekwalificeerde keermeesters of de hond de rasstandaard benaderd. De keurmeester maakt een uitgebreid verslag en geeft een kwalificatie aan de hond. Deze kwalificatie kan zijn: Uitmuntend, Zeer Goed, Goed of Matig. Ook kan de hond gediskwalificeerd worden. Aan de hand van deze showuitslagen kunt u bijvoorbeeld zien of de ouderhond rastypische kenmerken heeft.
Voor de rasstandaard verwijzen we u naar het menu op de site, het kopje "Rasstandaard".

Karakter

Als voormalige vechthond heeft de Bordeaux Dog een gave voor bewaken. Dat is een taak die hij nauwlettend en met grote moed uitvoert, maar zonder agressiviteit. Hij is een goede kameraad, zeer gehecht aan zijn baas en erg aanhankelijk. Rustig, evenwichtig, met een hoge prikkeldrempel. Reuen hebben over het algemeen een dominant karakter.

Wie met een Bordeaux Dog over straat loopt, zal merken dat zijn hond veel reacties oproept. Veel mensen zullen bang voor hem zijn en u op het hart drukken hem goed kort aan de lijn te houden. Wie ervan uitgaat dat het uiterlijk iemands innerlijk weerspiegelt, komt bij de Bordeaux Dog zeker bedrogen uit. Onder zijn norse uiterlijk schuilt een zachtmoedige, aanhankelijke knuffelbeer, die er alles aan zal doen om de aandacht van zijn baas te verkrijgen. De Bordeaux Dog is namelijk een erg aanhankelijke hond, die graag dicht bij zijn baas is. Als u hem de kans geeft, zal hij opstaan als u opstaat en u overal volgen. Het liefst zou hij op schoot kruipen.

Een van de belangrijkste eigenschappen van de Bordeaux Dog is zijn trouw aan de baas. Zijn belangrijkste levensdoel is het om zijn baas en diens gezin te plezieren. Hij heeft een sterk ontwikkeld instinct tot bescherming van ‘zijn’ mensen. Zijn stoere uiterlijk maakt dat hij vaak angst en afweer oproept bij onbekenden, maar in werkelijkheid is hij een affectieve, zachtmoedige hond. Ten opzichte van vreemden toont hij veelal vriendelijke desinteresse. Hij waakt zonder agressie. Hij is bedaard en niet snel onder de indruk. Hij heeft een hoge prikkeldrempel, wat betekent dat hij niet snel agressief reageert op onverwachte gebeurtenissen. Hij blaft doorgaans niet zonder reden, dus is het verstandig om even poolshoogte te gaan nemen als hij aanslaat.
De Bordeaux Dog is een zelfverzekerde hond die rust uitstraalt.

Past het karakter van de hond bij uw gezin? Voor gehoorzaamheid trainingen, flyball en behendigheid moet u geen Bordeaux Dog aanschaffen.
Aanschaf

Denkt u aan de aanschaf van een pup. Hieronder een aantal punten om ter overweging te nemen.
  • Wat voor woning heeft u?
    Realiseert u zich o.a. dat een Bordeaux Dog pup in het begin niet zo zuinig is op uw spullen als u zou willen, dat hij een rustige eigen plek nodig heeft. Trap lopen wordt afgeraden, zeker in het eerste jaar, u zult hem hier dus mee moeten ondersteunen als het niet anders kan.
  • Is er overdag regelmatig iemand thuis?

Vaste tijden niet aanwezig - dan wordt de training alleen zijn een belangrijke factor, die meegenomen moet worden in het besluit. Bij een jonge hond is doorgaans veel tijd nodig om hem het gewenste gedrag aan te leren.
Een hond heeft de nodige aandacht nodig, anders ontstaat vereenzaming.

  • Komt de pup in een gezin of bij een alleenstaande terecht?
    U moet nagaan of u vindt u dat de hond met kinderen moet zijn opgegroeid.
  • Hoeveel tijd kunt u aan de pup besteden.
  • Het is belangrijk, dat ook de kinderen samen met u veel tijd besteden aan de hond.
  • Hoe brengt u uw vakantie door?
    U moet ruim van tevoren bedenken of de hond meegenomen kan worden en hoe dat moet worden geregeld. Als u de hond thuis wilt laten zal een oppas.
  • Is er een gezinslid allergisch voor honden?
    Bij een aanwezige allergie moet het houden van een hond beslist worden afgeraden.
  • Houdt ieder gezinslid van honden?
    Het is een feit, dat iedereen in huis volledig achter de aanschaf van een hond moet staan.
  • Een hond kost het nodige aan voer, verzorgingsmiddelen, dierenarts e.d.
  • Heeft u voorkeur voor een reu of een teef?
    Dit is een puur individuele keus. De reu is ontegenzeglijk groter en sterker dan de teef en daarbij ook vaak de mooiere representant van het ras, zoals in de dierenwereld meestal gebruikelijk is. Over aanhankelijkheid van beide seksen wordt nogal verschillend gedacht.
    De teef wordt vaak beschouwd als aanhankelijker dan de reu. De reu zal wel altijd de neiging vertonen loopse teven in de buurt te gaan opzoeken (wat een ramp kan zijn voor de eigenaar van de teef). De reu zal ook eerder proberen het leiderschap van de baas over te nemen. Dit komt met name voor tussen de twee- en driejarige leeftijd, de leeftijd waarop de reu geestelijk volwassen wordt.
    De teven zijn in het algemeen tweemaal per jaar loops. De loopsheid duurt 3 weken en u zult dan goed moeten oppassen dat geen ongewenste dekking plaatsvindt (hond aan de lijn). Bij het bepalen van de keuze tussen een reu of een teef, speelt de loopsheid van de teef een grote rol. Immers, tijdens een loopse periode en een eventuele schijndracht raakt de teef uit haar conditie en/of haar normale gedrag.
    Bij de reu kan zo'n verstoring van het evenwicht zich echter dagelijks vertonen. Wanneer hij in aanraking komt met een loopse teef, dan wel wanneer de lucht van een loopse teef hem bereikt, kan de reu gemakkelijk in de war raken. Zijn denken wordt uitsluitend gericht op de (denkbeeldige) teef met alle driften tot voortplanten die daarbij horen.
    Wat intelligentie of andere eigenschappen betreft, kan er tussen reu of teef geen sprake zijn van voordeel van de ene sekse boven de andere.
  • Wat voor soort hond zoekt u?
    Wilt u een gezellige huishond, een hond voor de sport, of voor tentoonstellingen, eventueel om mee te fokken?
  • Het zoeken van een geschikte pup.
    Het zoeken naar een goede bij u passende pup gaat niet van de ene dag op de andere. Geduld is een schone zaak. Elke pup is schattig, laat u dus niet verleiden tot een impulsaankoop. Ga naar verschillende fokkers zodat u uw verkregen informatie kunt vergelijken. Neem vooral de informatie mee die de B.D.C.N. u op haar website verstrekt.
Opvoeding

Socialisatie
Inmiddels is iedereen er van overtuigd, dat een goede socialisatie het karakter van de pup voor een groot deel bepaald, al zijn er natuurlijk ook erfelijke factoren. In een huiskamer of keuken maken puppen natuurlijk veel meer mee dan in een schuur. Hoe meer ze mee maken in hun eerste weken, des te stabieler zal de pup zijn in diverse situaties. Het is voor de Bordeaux Dog van het grootste belang dat het een vrije, zelfverzekerde pup is middels alles wat hij de eerste 8 weken van zijn leventje heeft meegemaakt.
Dus als u puppy bezoek gaat, kijk waar de puppy's zijn en of ze genoeg met verschillende situaties in aanraking komen. Kijk naar het karakter van de moeder, hoewel die de eerste 4 weken zeker beschermend naar de pups mogen optreden.

De Bordeaux Dog is een zelfstandige hond die niet goed functioneert als hij onder dwang iets moet doen. Hij zal niet klakkeloos bevelen opvolgen simpelweg omdat zijn baas dit van hem vraagt. Daarvoor is hij veel te eigenzinnig. Dit betekent dat zijn baas soms zo gewiekst moet zijn dat hij de hond kan doen geloven dat die iets op vrijwillige basis doet als dat eigenlijk niet het geval is. De Bordeaux Dog kan het beste opgevoed worden door middel van positieve bekrachtiging. Als u steeds dat gedrag beloont dat u graag wilt zien en hem negeert op momenten dat hij iets doet wat u minder prettig vindt, zal hij steeds vaker dat gedrag laten zien dat hem een beloning oplevert. Want de Bordeaux Dog vindt het heel erg prettig als u hem overlaadt met aandacht. Hij is gevoelig voor prijzende woorden. Hij luistert het best als hij het idee heeft dat hij samen met u een team vormt. Verwacht van uw Bordeaux Dog nooit dat hij met dezelfde snelheid als een bordercollie uw commando’s opvolgt. Geef hem de tijd om de boodschap te verwerken en de beslissing te nemen er gehoor aan te geven.
Positieve bekrachtiging is echter niet hetzelfde als vrijblijvendheid. Bij een groot en zelfstandig ras als de Bordeaux Dog is het essentieel dat hij u ziet als zijn meerdere. Zeker de puberende reuen kunnen nog wel eens uitproberen of het wel echt nodig is om de baas te gehoorzamen. Het is daardoor extra belangrijk dat u ruim voor die tijd een goede basis heeft gelegd voor de gehoorzaamheid. En als hij u niet gehoorzaamd, moet dat zeker consequenties hebben. Zo moet het voor de hond duidelijk worden dat het echt het prettigst is om de baas te accepteren als leider. Te veel vrijheid op jonge leeftijd kan funest zijn voor de band tussen baas en hond. En bij een hond die uitgroeit tot zo’n kolos als de Bordeaux Dog is dat bijzonder onpraktisch.

Kinderen
De Bordeaux Dog is doorgaans heel erg lief en beschermend ten aanzien van de kinderen in het gezin van zijn baas. Natuurlijk mag die geen vrijbrief zijn om de kinderen maar aan te laten rommelen met de hond. U zult de omgang tussen kind en hond altijd zelf moeten begeleiden. Zo weet u zeker dat zij op een prettige manier met elkaar omgaan. Waar u alert op moet zijn is dat de Bordeaux Dog het spel van kinderen onderling verkeerd kan interpreteren. Zo is het niet ondenkbaar dat hij uw kind wil redden van de buurkinderen die met hem ravotten. Zo zou een gevaarlijke situatie kunnen ontstaan. Geef uw Bordeaux Dog dan ook nooit de ruimte om zich te mengen in kinderspel.

Andere dieren
Ten opzichte van andere honden kan hij zich sterk dominant opstellen. Met name de reuen kunnen wat onverdraagzaam zijn tegen seksegenoten. Het is dan ook minder verstandig om twee reuen van dit ras samen te laten leven.

Verzorging
In tegenstelling tot wat je zou mogen verwachten van een hond uit Zuid-Frankrijk, houdt de Bordeaux Dog niet zo van de warmte. Hij kan niet zo goed tegen hitte en doet het beter in een gematigd klimaat. Het is verstandig om hier rekening mee te houden en hem ook op warme dagen zoveel mogelijk koelte te bezorgen.
Gezondheid

De levensverwachting van de Bordeaux Dog ligt tussen de zes en de acht jaar. Vraag de fokker om de stambomen van de ouderdieren. Alleen honden met een stamboom kunnen officieel onderzocht worden op HD en ED. Vraag de fokker om de officiële uitslagen van de HD(= heupdysplasie) en ED (= elleboogdysplasie) beoordelingen door de Raad van Beheer. Een hond heeft altijd meer problemen met fouten in de voorhand (ellebogen), dan de achterhand (heupen).

Alle ouderdieren dienen officieel geröntgend te zijn op HD en ED. De officiële uitslag staat op een formulier van de Raad van Beheer.

Heupdysplasie
HD is niet bewezen erfelijk. Maar hoe hoger de score van de ouders, des te groter is de kans dat de kinderen het krijgen. Al is er ook altijd een grote factor “milieu”, waar de verantwoordelijk voor het grootste deel bij de eigenaar ligt tijdens het volwassen worden van de pup.
De B.D.C.N. adviseert u een pup te kopen uit ouders met HD-A (vrij) tot HD-C (licht positief). Wanneer een van de ouders HD-C heeft, is het gewenst dat de andere ouder HD-A of HD-B heeft. Samen met een goed milieu zou dit geen problemen op moeten leveren. Wordt er een ouderdier met HD-D (positief)gebruikt, dan moet het andere ouderdier HD-A hebben om het risico voor de pups te minimaliseren.

HD kan, indien aanwezig, opgevangen worden door een goede bespiering/spierontwikkeling van de achterhand van de hond (milieu).

Elleboogdysplasie
ED kent vele verschillende aandoeningen die men heeft samengevat onder de noemer ED.
De consequenties van ED ten opzichte van HD zijn voor de hond veel erger. Het kan leiden tot erg pijnlijk lopen (niet te verwarren met groeipijnen). Een bezoek bij de dierenarts en het maken van röntgenfoto’s geven dan snel duidelijkheid. ED leidt altijd tot dure operaties met leed voor hond en eigenaar. Het gaat ook vaak ten koste van een periode van welzijn (revalidatie) van de jonge hond.
De B.D.C.N. adviseert u een pup te kopen uit ouders, die ED- vrij zijn of ED graad 1 door artrose. Maar het fokken met alle andere uitslagen wordt door de clubdierenartsen afgeraden.

Hartafwijkingen
Doppler is een methode om een aangeboren hartafwijking te vinden. Het is bewezen dat met hartproblemen belaste ouderdieren fokken leidt tot aan hartproblemen lijdende pups. Genetisch moeten beide dieren lijder zijn en dan zal zo’n 25 % van het nest deze aandoening hebben. Als er dus 1 ouderdier vrij is, kan het alleen maar tot dragers leiden. Zij hebben het zelf niet, maar kunnen het wel doorgeven.
Deze hartafwijking kan tot een plotseling dood door en hartstilstand leiden. Nu komt dit gelukkig bij de Bordeaux Dog nog niet veel voor, maar de B.D.C.N. ziet het wel als verantwoord fokken als het hart van de ouderdieren getest zijn met de Doppler methode.

Al deze punten sluiten niet uit dat uw pup er mee belast wordt, maar maakt de kans er op veel kleiner.
Wanneer de pups bij de fokker weggaan, hebben zij de voorlopige inentingen gehad. De fokker zal u een ent-schema meegeven. Pups worden met 2, 4, 6, en 8 weken ontwormd, daarna elke twee maanden tot ze een half jaar oud zijn. Volwassen honden moeten twee maal per jaar ontwormd worden.
Controleer zelf regelmatig oren en ogen: de ogen moeten schoon en helder zijn en de oren mogen geen onaangename geur afscheiden. Stap bij problemen altijd naar uw dierenarts en pruts er niet zelf aan, daar zijn het te belangrijke organen voor.
Ook moeten we de ontlasting van de hond in de gaten houden. Dit is een goede graadmeter voor de gezondheid van de hond. Bij pups moeten we daar zeker goed op letten, voor pups kan een aanhoudende diarree dodelijk zijn. Als uw pup heftige diarree heeft moet u naar de dierenarts!
Fokker

Als u eenmaal tot de koop hebt besloten, vraag om een gezondheidscertificaat, koopcontract en de garantie bepalingen.
Vragenlijst voor fokker.

Tijdens het bezoek kunt de volgende observatiepunten hanteren:
  • Hoe is de omgeving van de fokker?
    Pups hebben een prikkelrijke omgeving nodig om zich te kunnen ontwikkelen. Honden, die te geïsoleerd opgroeien, worden zelden een normale sociale hond. Kijk ook hoe de andere honden van de fokker worden gehouden.
    Dit zegt iets zeggen over de socialisatie.
  • Heeft de fokker meer nesten liggen?
    Dit zegt iets over de beschikbare tijd van een fokker om te socialiseren.
  • Hoeveel honden heeft de fokker en waar zijn deze honden?
    Ook dit geeft informatie over de beschikbare tijd om te socialiseren.
  • Mag u de ouderdieren zien?
    Zo ja welke indruk krijgt u van ze?
    (Als de vaderhond niet op hetzelfde adres aanwezig is: bezoek hem op zijn verblijfadres.)
    Dit kan u een indruk geven van de erfelijke aspecten.
  • Geeft de fokker de indruk alles goed onder controle te hebben?
    Dit zegt iets over de fokker en zijn wijze van omgang met de honden omgaat.
  • Hoe ziet het nest er uit?
    Bij een accurate en zorgvuldige fokker treft u een frisruikend en verzorgd nest aan.
  • Wanneer mag er contact gemaakt worden met de pups, mag u de hondjes vastpakken?
    Dit geeft inzicht in de socialisatie.
  • Als het voorgaande niet meteen mag, geeft de fokker u daarvoor een reden op?
    Klinkt dit geloofwaardig? (Ga dit eventueel na bij een deskundige.)
    Dit vertelt u iets over de fokker.
  • Hoe reageert de moederhond op uw bezoek?
    U ziet hiermee een erfelijk aspect.
  • Kunt u haar gewoon benaderen/aaien?
    Wil ze zelf contact maken met u.
    Dit is wederom een aspect van de socialisatie.
  • Wat vertelt de fokker over het gedrag van de moederhond.
    Komt dit overeen met wat u ziet?
    Dit zegt iets over de fokker.
  • Als u binnen komt, wat is dan het gedrag van de pups?
    Zijn ze geïnteresseerd, nieuwsgierig of juist een beetje teruggetrokken?
    U beoordeelt hiermee een stuk socialisatie.
  • Laat eens iets vallen of stoot eens tegen een stoel.
    Hoe reageren de pups?
    Hiermee kunt u de geluidgevoeligheid van de hondjes testen en de mate van schrikachtigheid voor geluiden (socialisatie).
  • Zoeken de pups u op of lopen ze eigenlijk steeds van u vandaan of komen ze helemaal niet naar u toe?
    Hiermee kunt u de aanhankelijkheid van het hondje toetsen, kijken hoe hun aanleg is enig inzicht krijgen in de mate van socialisatie van dat moment.
  • Hebben de hondjes meer interesse voor de omgeving dan voor u?
    Dit zegt wat over aanleg en socialisatie.

Kijk of het hondje:
  • Goed naar u toe wil komen als u in uw handen klapt of geluidjes maakt.
  • Aangehaald wil worden,en het prettig vindt om even bij u op schoot te blijven.
  • Wilt spelen.
  • Niet voortdurend in uw handen bijt als u speelt.
  • Eventueel een stukje met u meeloopt nadat u gespeeld heeft.
  • Niet te angstig is voor onverwachte geluiden of gebeurtenissen. (Het hondje kruipt dan echt weg wil niet meer zelf terugkomen).
  • Niet de wildste uit het nest is. (b.v. overal haantje de voorste willen zijn en andere nestgenoten steeds verdringt.
  • Niet het teruggetrokken stille hondje is.
  • Een gemiddelde lijfelijke gevoeligheid heeft. Als u in zijn velletje knijpt, moet u dan hard knijpen voordat er een reactie komt of juist helemaal niet?
    Moet u hard knijpen, dan heeft u een harde hond. Als de hond bij een heel licht kneepje al begint te gillen, dan heeft u een overgevoelige hond.
    Neem noch de overgevoelige hond noch de harde hond.

Vaak kan ook de fokker nog heel wat vertellen over wat er allemaal binnen zijn nest gebeurd, dat u kan helpen bij het bepalen van uw keuze. Het geeft een indicatie over de oplettendheid en zorgzaamheid van de fokker ten aanzien van het nest.

Tip:
Spreek met uw dierenarts een controledatum af binnen 3 dagen na het ophalen van uw pup.
De overgang van het vertrouwde, warme nest maar een nieuwe, onbekende woonomgeving is voor een pup van die leeftijd al moeilijk genoeg en hij kan daarbij niet nog eens een verandering van menu verwerken. Wanneer de hond een maand of negen is zit hij op het dieet, zoals dat gebruikelijk is voor een volwassen hond. Wanneer u dan van voeding wenst te veranderen, doe dat dan geleidelijk (over een periode van 3 á 4 weken) zodat de hond de gelegenheid krijgt er aan te wennen.
Voor hem is zijn eten nu eenmaal één van de grootste genoegens van zijn leven, dus probeer een menu te vinden waar ook hij zich prettig bij voelt en dat niet alleen makkelijk is voor de baas. Zorg er altijd voor dat hij een volledig hondenvoer krijgt. Twijfelt u, dan kunt u altijd uw dierenarts of de fokker raadplegen.
Milieu

Socialisatie bij de fokker en de eerste periode in uw huis.
Inmiddels mag het als bekend worden aangenomen, dat de socialisatie van puppy's enorm belangrijk is, eigenlijk het verloop van het verdere leven bepaald. Slecht of niet gesocialiseerde puppy's kunnen een gevaar gaan betekenen voor hun omgeving en voor hen kan er geen plaats zijn in de huidige maatschappij. Zeker niet gezien de grootte en kracht van de Bordeaux Dog en de verwondingen waartoe dat kan leiden. Bedenk daar nog bij dat niet of slecht gesocialiseerde pups nauwelijks zijn te ‘hersocialiseren’ c.q. heropvoeden.

Misschien is bovenstaande scherp gesteld en schrikt u hiervan, maar het is waar en moet u helpen de psychisch en mentaal gezonde pup te krijgen. Want of u uw geliefde hond moet laten inslapen door een gezondheidsprobleem of een mentaal probleem, uw verlies en verdriet en dat van uw gezin is even zo groot.

Globaal gezien kennen de pups bij de fokker 3 socialisatie fases in het nest.
Ging men er eerst van uit dat de eerste 2 weken in het nest de puppen niets mee kregen, dat is nu al even achterhaald. De eerste 2 weken gaan de puppen op geur af, zo vinden ze hun moeder en ook de tepel van de moeder. Maar ze leren ook andere geuren kennen, die van de fokker etc. Ook is het van groot belang, dat de moeder zich veilig voelt en zo in alle rust haar pupjes kan voeden. De teef bepaald namelijk wanneer ze haar melk vrij geeft aan de puppy's, zodat zij kunnen gaan drinken. Enerzijds bepalen de puppy's het door te trappelen met hun pootjes langs de tepels, maar de melkgift is aan de teef. De hond is een vluchtdier, dus als de teef zich niet veilig voelt zal zij de melk niet geven om elk moment te kunnen "vluchten". Deze onrust gaat vanzelf op de puppy's over, zij krijgen geen melk en honger is een onaangename ervaring voor ze. In het nest willen we natuurlijk elke onaangename ervaring vermijden om latere problemen te voorkomen.
Deze fase gaat langzaam over in de inprentingfase.
Na zo’n 10 dagen gaan de oogjes open en vanaf de 14e dag zijn ook de oren functioneel. Deze fase duurt ongeveer tot de 7e week. De inprentingfase is van enorm groot belang, omdat de pup hier de wereld leert kennen. Mensen, soortgenoten, situaties, vreemde geluiden en van het grootste belang is dat dit allemaal POSITIEVE ervaringen zijn. Dat de pup een ieder en de wereld als aangenaam leert ervaren. In deze periode leert hij ook soorthenoten van mensen te onderscheiden. Deze periode bepaalt samen natuurlijk met erfelijke karakterfactoren in grote mate het karakter van uw pup.
De socialisatiefase begint in de 7e week en dan leert de pup zijn plaats in de hondensamenleving van het nest en met soortgenoten kennen. Belangrijk is ook dat de gezagsverhoudingen ten opzichte van mensen worden vastgesteld. Deze fase duurt tot zo’n 12 weken.
Dit betekent dus, dat nadat u de pup heeft opgehaald er meteen werk aan de winkel is, om de pup meteen zijn plaats in uw omgeving en gezin duidelijk te maken. Hoe meer uw fokker met de puppen bezig is geweest in de inprenting en socialisatiefase, des te meer profijt heeft u daarvan gedurende het leven van uw Bordeaux Dog.

De opvoeding in uw huis
Voordat u uw puppy mee neemt krijgt u van de fokker een voerlijst mee en vele adviezen en wij raden u aan om een koopcontract te vragen.
En dan komt de pup bij u thuis. Hier geldt zeker, jong geleerd is oud gedaan en natuurlijk is het moeilijk om niet voor z’n lieve puppen blik te bezwijken, maar daar heeft u later alleen maar plezier van. Duidelijkheid is belangrijk voor elke pup , maar zeker voor de wat eigenzinnige Bordeaux Dog.
Dus ja is ja en nee is nee. Mag hij niet bij de eettafel komen tijdens het eten, dan mag hij dat nooit.
Sta je het 1 keer toe, dan kom je meteen in een situatie terecht van “ja , maar?”. Beter 1 of 2 keer koud eten, dan altijd een al dan niet kwijlende hond aan tafel. Hetzelfde geldt voor de bench. Natuurlijk gaan ze s’ nachts gillen in de hoop, dat u ze eruit laat. Maar eens eruit, blijft eruit, zal de pup vinden. U voedt uw pup natuurlijk op, zodat hij in uw gezin past en bij de een mag natuurlijk altijd meer dan bij de ander. Dus als hij van u op de bank mag, prima. Mag hij het niet, dan ook NIET als pupje. Want dat kan zo gezellig zijn, maar wanneer u het later toch niet wil, dan ook als pup niet.

Eten en water van een verhoogde drinkbak is eigenlijk een goede gewoonte tegenwoordig en aan te bevelen.
De vloer, deze moet stroef zijn voor een Bordeaux Dog pup, geen gladde vloeren waarop ze wegglijden. Dit is van groot belang voor een gezond beendergestel. Een Bordeaux Dog pup is groot, zwaar en log voor zijn leeftijd. Dus als hij steeds uitglijdt heeft hij grote kans op gewrichtsbeschadiging in met name de schouder, elleboog en knie. En voor zijn heupen is het ook niet bevorderlijk. Dus heeft u laminaat, leg er tijdelijk een loper op in het loopgedeelte en ga er niet op spelen met uw pup. Het is toch verstandiger om de pup buiten te leren spelen i.p.v. binnen, gezien zijn omvang en grootte als hij volwassen is.

Dan de socialisatie, een Bordeaux Dog pup heeft er behoefte aan zijn plaats in de wereld op zijn gemak kennen te leren. Dus sleur hem niet met 8 weken over de markt, het schoolplein, de bus en trein. De laatste 2 zijn voor de meeste honden toch redelijk onzinnig , omdat ze nooit met de bus of de trein zullen gaan. Maar ga op een bankje bij de markt zitten en laat hem kijken. Hetzelfde geldt voor een bezoek aan de hondenschool etc.

Laat de Bordeaux Dog pup eerst de wereld ervaren voordat je hem er midden in zet. .

Hoeveel beweging moet je een pup geven? Daar hoor je als nieuwe pupeigenaar ook allerlei verhalen over, van 5 minuten per week er bij optellen, tot de eerste maanden helemaal niet. Hier moet je van de pup uitgaan. Je hebt pups die heel veel slapen. Dat moet je ze dan gewoon laten doen met natuurlijk wel eens een wandelingetje. Alle beweging die de pup zelf doet bijvoorbeeld in uw tuin is ook geen probleem. Zelf doen is zelf doen, dus niet achter balletjes aan laten rennen die u gooit, maar zelf met een balletje laten spelen.
Natuurlijk moet de pup kennismaken met veel honden en ook los natuurlijk, maar kennismaken is iets anders dan ze een kwartier als een stelletje dwazen achter elkaar aan laten rennen. Kennismaken, even laten gaan en doorlopen. Als u zich hier de eerste 8 maanden tot het eerste jaar aanhoudt, heeft u daar ook weer jarenlang plezier van.

Niet elke dierenarts is even bekend met de problemen en de behandeling van deze grote en zware honden. Mocht u specifieke vragen hebben omtrent de gezondheid van uw hond, raadpleeg dan onze clubdierenartsen. Zij staan vermeld in ons clubblad en op de website.

Als het goed is krijgt u een voeradvies van uw fokker mee, inclusief een puppypakket met het voer wat de pup tot dan gehad heeft. Hier kunt u mee doorgaan. Als u wilt veranderen van voer, ga dan wel altijd over op voer voor grote rassen. Alle voerfabrikanten hebben dit en het is afgestemd op de groei van grote rassen.
Burgerlijk wetboek

Er is een hoop te vertellen over koop en verkoop, de B.D.C.N. gaat hier niet verder op in, omdat wij geen juristen zijn. Wij willen u alleen wijzen op de mogelijkheid om uw recht te halen.
Hiervoor verwijzen wij naar het burgerlijk wetboek, boek 6 verbintenissen en boek 7 bijzondere overeenkomsten.
Schakel een jurist in als u meer wilt weten.

Hieronder twee voorbeelden van stukken op internet. Hierin ziet u dat de juristen beiden een andere mening hebben.

In het Nederlandse TV-programma 'De Rijdende Rechter stonden twee partijen (fokster en haar pupkoopster) tamelijk geëmotioneerd tegenover elkaar. De pupkoopster moest haar Witte Herderpup laten inslapen vanwege ernstige HD gerelateerde pijnklachten en eiste haar aankoopsom van € 567,23 terug. De fokster daarentegen voelde zich dermate publiekelijk 'zwart' gemaakt, dat zij een schadevergoeding eiste ter grootte van hetzelfde bedrag. 'De Rijdende Rechter', mr. Frank Visser (in het dagelijkse leven Kantonrechter) veroordeelde de fokster tot de terugbetaling van de aankoopsom en wees de overige vorderingen af.

Overeenkomsten
1. Tussen de fokker en dekreuhouder bestaat een overeenkomst van 'dienstverlening' waarbij de ene partij zich verbindt om aan de dekreuhouder een zeker bedrag te betalen voor de diensten van de dekreu en de andere partij zich verbindt om tegen ontvangst van dat bedrag zijn dekreu de overeengekomen diensten te laten verrichten. Het is vaste jurisprudentie dat partijen in een overeenkomst zich moeten laten leiden door de 'gerechtvaardigde belangen' van de wederpartij. Een cruciaal belang van de fokker is dat de te bezigen dekreu vrij is van erfelijke gebreken. Indien dit niet het geval blijkt te zijn, schiet de dekreuhouder in zijn verbintenis tekort en kan de fokker de overeenkomst geheel of gedeeltelijk ontbinden. De dekreuhouder is dan verplicht om aan de fokker de geleden schade te vergoeden.
2. Tussen de fokker en de pupkoper bestaat een koopovereenkomst waarbij de ene partij zich verbindt om een pup te verkopen en te leveren aan de andere partij, terwijl deze zich verbindt om die pup tegen betaling van een zeker bedrag in eigendom te aanvaarden. Ook hier dienen de partijen zich te laten leiden door de 'gerechtvaardigde belangen' van de wederpartij. Een cruciaal belang van de pupkoper is dat de pup vrij van (erfelijke) gebreken wordt geleverd. In het juridische jargon wordt de pup aangemerkt als een 'roerende zaak' en de fokker als een 'producent'. Op de overeenkomst tussen de fokker en pupkoper is de productenaansprakelijk van toepassing die wordt geregeld in afdeling 3 van Boek 6 BW. Kort en goed is de fokker aansprakelijk voor de schade veroorzaakt door een gebrek in de pup. De aansprakelijkheid van de fokker wordt verminderd of opgeheven naarmate de schade meer is veroorzaakt door de pupkoper.
3. Tussen de pupkoper en dekreuhouder bestaat geen enkele juridische relatie.

Het vonnis van 'De Rijdende Rechter
Bij het TV programma 'De Rijdende Rechter' treedt mr. Frank Visser op als 'bindend adviseur'. Aan de pupkoopster was door de fokster een Witte Herderpup geleverd die aan HD gerelateerde pijnklachten leed waardoor het dier op advies van de dierenarts moest worden afgemaakt. De pupkoopster vorderde de betaalde koopsom terug. De fokster ontkende de HD-verschijnselen niet, maar eiste een schadevergoeding ter grootte van de koopsom, omdat zij via het internet en anders 'zwart' was gemaakt.
De heupfoto's van beide ouderdieren waren door de Hirschfeldstichting beoordeeld met als resultaat HD-Tc. Daarmede voldeden de ouders aan het fokreglement van de rasvereniging.
Een broer van de vaderhond was HD positief bevonden. Op verzoek van 'De Rijdende Rechter' onderzocht een deskundige de heupgewrichten van een zusje van de ingeslapen pup en deze bleek eveneens te lijden aan een ernstige vorm van HD.
'De Rijdende Rechter' was van oordeel dat de fokster de koopsom aan de pupkoopster diende terug te betalen, omdat een ondeugdelijke hond was geleverd. Bijzonder is daarbij de overweging dat bij ontbinding van de overeenkomst voldoende is dat een hond is geleverd die niet de eigenschappen heeft die de koper op grond van de overeenkomst in redelijkheid mag verwachten. Het is dus niet nodig dat de verkoper daarvan een verwijt kan worden gemaakt. Al kan de fokker niets worden verweten omdat deze zich aan alle fokregels heeft gehouden, dan nog is die fokker gehouden de koopsom terug te betalen indien de pup gebrekkig is.
De fokster kan zich op haar beurt beraden over de wijze waarop de dekreuhouder rekening heeft gehouden met haar gerechtvaardigde belangen om een gezonde pup af te leveren aan de pupkoper.

Uit de Nederlandse jurisprudentie kunnen nog enkele uitspraken aangehaald worden met betrekking tot ondeugdelijke pups.
A. De Hoge Raad meende dat wanneer de fokker zijn uiterste best had gedaan, dus alle voorzorgsmaatregelen in acht genomen had en gefokt had volgens het fokreglement van de rasvereniging, dit volstond. Hij werd niet aansprakelijk gesteld, gezien men van hem slechts een inspanningsverbintenis mocht verwachten.
B. Een Kantonrechter meende dat als een leek een pup kocht, deze ervan mocht uitgaan dat het dier volledig gezond zou zijn. Wanneer na de aankoop bleek dat het dier afwijkingen vertoonde en bovendien bleek dat de fokker een bloedlijn gebruikt had waarin een erfelijke afwijking aanwezig was, werd aangetoond dat hij op die wijze enerzijds zelf een risico genomen had, anderzijds niet in het belang van de cliënt had gehandeld, en daarvoor dus verantwoordelijk was. De fokker werd zwaar beboet. Hij diende de aankoopsom van de pup terug te betalen, alsook alle gemaakte dierenartskosten en de kosten die met de crematie van de pup gepaard gingen, te vergoeden.
Het hangt ervan af over welke informatie de rechter beschikte om zich een totaalbeeld van het gebeurde te vormen. De schijnbaar tegenstrijdige uitspraken hangen volkomen af van de verstrekte informatie en van de bewijzen die kunnen geleverd worden. In Nederland leek de bewijslast voor de koper minimaal. Vermits de herdershond bij een professionele fokker gekocht werd, was het voldoende te stellen dat de koper de bedoeling had een volkomen gezonde herdershond te kopen zonder heupdysplasie, om het gebrek aan overeenstemming met de overeenkomst aan te tonen. Daarom volgde de schadevergoeding die alle kosten moest dekken.
Volgens 'De Rijdende Rechter' kwamen de aanvullende kosten voor de dierenarts, crematie etc. alleen voor vergoeding in aanmerking indien de fokker een 'gerechtvaardigd verwijt' kon worden gemaakt van het gebrek in de pup. Van een 'gerechtvaardigd verwijt' is sprake indien de fokster wist of in redelijkheid had moeten weten dat een erfelijke afwijking zoals HD in een of beide bloedlijnen aanwezig was. Wellicht is hierbij niet alleen de status van het te bezigen ouderdier doorslaggevend, maar dienen tevens die van de nestgenoten in acht te worden genomen.
Bij 'verkoop uit liefhebberij' moet in Nederland kennelijk ook de liefhebber/koper zich inspannen om zich goed te laten inlichten en informatie te verzamelen. Het merendeel der fokkers valt onder de categorie liefhebbers (minder dan vijf nestjes per jaar). In dit geval neemt de fokkerliefhebber een gelijkwaardige juridische positie in tegenover de koper/liefhebber.
De jurisprudentie ontwikkelt zich dus in het nadeel van de fokkers. Ook al worden alle fokregels nageleefd en kan de fokker geen enkel verwijt worden gemaakt, deze zal de koopsom aan de pupkoper(s) terug moeten betalen indien de pup niet voldoet aan de daaraan in redelijkheid te stellen eisen.
Indien de fokker wel een gerechtvaardigd verwijt kan worden gemaakt van het gebrek in de pup, dan zal deze opdraaien voor alle kosten van de pupkoper (dierenartskosten, crematie etc.). Mogelijks is het slechts een kwestie van tijd vooraleer tevens smartengeld moet worden betaald indien de fokker een gerechtvaardigd verwijt kan worden gemaakt.

De hond is vergelijkbaar met een roerend goed zoals een fiets of auto.In veruit de meeste gevallen is de koop van een rashond een transactie tussen een koper/liefhebber en een liefhebber/(hobby)-fokker.
1. Wat betekent dit voor de rechtsverhouding?
2. Is de liefhebber/hobbyfokker vergelijkbaar met een fabrikant of winkelier?

Het burgerlijk wetboek omschrijft in boek 7 'Bijzondere overeenkomsten' in titel 1 Koop en ruil, artikel 5 consumentenkoop als 'de koop met betrekking tot een roerende zaak, elektriciteit daaronder begrepen, die wordt gesloten door een verkoper die handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf'. De verplichtingen van de deskundige verkoper in de uitoefening van beroep of bedrijf liggen in de verhouding tot de ondeskundige particuliere koper zwaarder.

Valkuilen
Toegepast op de liefhebber/hobbyfokker, die incidenteel een nestje fokt, betekent dit dat hier geen sprake is van consumentenkoop. De deskundigen in gezondheidszaken zijn hier bijvoorbeeld de dierenartsen en door officiële instanties verrichte gezondheidsonderzoeken. Dit geldt ook voor de kwaliteitsbeoordelingen die gelden door daarvoor officieel aangestelde keurmeesters. De rechtsverhoudingen met plichten en rechten liggen bij koop en verkoop tussen particulieren in de regel dus meer op gelijkwaardiger niveau dan bij consumentenkoop. Hier is wel sprake van een valkuil. De hobbyfokker moet zich matigen in zijn profilering en beloftes om de schijn te voorkomen. Het verschil in het kopen van een auto bij een garagebedrijf of van een particulier uit de krant maakt dit duidelijk.

Mondeling
Een hobbyfokker biedt een pup in een advertentie te koop aan. Het lijkt u wel wat. U wordt het met de fokker eens over voorwaarden en prijs. Op dat moment is de koop gesloten. Dit is ook het geval als er slechts mondelinge afspraken zijn gemaakt. Daarvan is het nadeel dat achteraf soms verschil van mening ontstaat over gemaakte afspraken. Het is dus verstandig om alle afspraken schriftelijk vast te leggen. Het betalen van handgeld of doen van een aanbetaling geldt als een bevestiging van de koop.

Mededelingsplicht
Koopt u bij een particuliere verkoper dan moet u er rekening mee houden dat de verkoper niet deskundig is. Dit wil echter niet zeggen dat deze verkoper niet aan plichten is gebonden. Ook de particuliere verkoper heeft een mededelingsplicht, dat betekent dat hij u vóór het sluiten van de koopovereenkomst op de hoogte moet stellen van alles wat hij van de pups of hond weet.

Onderzoeksplicht koper
Echter, ook de particuliere koper heeft plichten. U moet als koper onderzoek doen voordat u de hond koopt. Indien u als koper onvoldoende informeert en onderzoekt, dan beperkt u uw juridische mogelijkheden bij problemen achteraf. Bijvoorbeeld is de fokker lid van de rasvereniging en houdt hij/zij zich aan het fokreglement van de rasvereniging? Blijkt dit uit de publicatie van de nest op de officiële puppylijst en wordt bij de pup een door de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied of rasvereniging aanbevolen koopovereenkomst geleverd? Informeer dus bij de rasvereniging en raadpleeg de puppylijst. Of in de toekomst: controleer of de fokker gecertificeerd is! Vraag om officiële bewijsstukken van gezondheidsonderzoeken bij de ouderdieren. Controleer of de pup geënt is en raadpleeg of in het entingsboekje een klinisch gezondheidsonderzoek door de dierenarts is ingevuld en wat de bevindingen zijn. Vraag om officiële bewijsstukken van beoordelingen door keurmeesters. Hebt u de pup zelf goed bekeken op zichtbare tekortkomingen en eventueel afspraken schriftelijk laten vastleggen in een koopover¬eenkomst?

Redelijke verwachtingen en conformiteit
De verkoper/liefhebber fokker is verplicht u een deugdelijke hond of pup te leveren, die moet voldoen aan de redelijke verwachtingen die u op grond van de koopovereenkomst ervan mocht hebben. Dit wordt het conformiteitvereiste genoemd. Indien uw hond/pup niet aan de redelijke verwachtingen die voor het normale gebruik gelden voldoet dan is de verkoper in beginsel aansprakelijk. Dat is in de praktijk het geval als de hond niet kan functioneren als huishond en wat u gelet op de leeftijd, koopprijs en mededelingen van de verkoper niet hoeft te verwachten. Bedenk daarbij dat bij eventuele gebreken u als koper moet bewijzen dat de hond niet aan redelijke verwachtingen voldoet. Als u zich beroept op mededelingen van de verkoper, moet u deze ook bewijzen in een eventuele gerechtelijke procedure. Anderzijds betekent dit voor de fokker/verkoper dat hij/zij geen overdreven verwachtingen moet wekken. Het is verstandig je te beperken tot de verkoop als huishond met daarbij alle zorgvuldigheidseisen die je van een fokker, die zich houdt aan de fokreglementen, mag verwachten.

Geschillen en klachten
Goede communicatie, wederzijds begrip kunnen veel geschillen voorkomen. Raadpleeg als koper allereerst de verkoper of fokker. Toon als verkoper of fokker begrip en probeer in redelijkheid en billijkheid tot een oplossing te komen. Een procedure is vaak het meest slechte advies. Om dit te voorkomen adviseren vele rasverenigingen goedgekeurde koopovereenkomsten te gebruiken waarbij de rechten en plichten van koper en verkoper op een redelijke en billijke wijze zijn vastgelegd en waarbij met de belangen van de koper van een pup rekening wordt gehouden. De koopovereenkomst: ziet toe op een zorgvuldig gefokte pup, legt afspraken en eventuele garanties duidelijk vast, regelt hoe geschillen kunnen worden opgelost. Het zich hierop beroepen is voor de koper veel makkelijker. Ook zonder schriftelijke koopovereenkomst kan de koper terugvallen op het conformiteitbeginsel. U moet de klachten altijd melden bij de verkoper en hem de gelegenheid geven het probleem op te lossen binnen een redelijke tijd.

Redelijke verhouding
U kunt het volgende van de verkoper eisen: voor zover mogelijk herstel van het gebrek, matiging van de verkoopprijs, vervanging. U moet wel beseffen dat een en ander in redelijke verhouding moet staan tot de koopprijs. Kunt u in redelijkheid en billijkheid niet tot een oplossing komen en is er sprake is van het niet nakomen van de koopovereenkomst dan kunt u eisen deze te laten ontbinden. Hierdoor gaan de verbintenissen over en weer te niet en kunt u de koopprijs terugvorderen. Dit laatste zal zeker het geval zijn als uw pup door gebreken kort na de koop komt te overlijden of geëuthanaseerd moet worden. Indien u kunt bewijzen dat de verkoper verwijtbaar, toerekenbaar te kort schiet of wel 'te kwader trouw is' dan is een verdergaande schadevergoedingseis mogelijk. Dit is bijvoorbeeld het geval indien uw hond moet inslapen vanwege heupdysplasie en de fokker u heeft voorgelogen over de HD-status en/of willens en wetens, ondanks bestaande fokreglementen, met een aan HD-lijdende hond heeft gefokt of de ouderdieren niet heeft laten onderzoeken.

Procedure
1.Meld de klacht bij de verkoper en probeer in overleg tot een oplossing te komen.
2.Als overleg niet tot een oplossing leidt, dan moet u de verkoper schriftelijk (aangetekend) in gebreke stellen en de verkoper de tijd geven het probleem op te lossen.
3.Als ook een brief niet tot een oplossing leidt dan kunt u het geschil voorleggen aan de rechter. Meest¬al is hiervoor een procedure voor de kantonrechter voldoende.

Bezint voor u begint
Een rashond of 'look a like' kopen via internet of marktplaats lijkt een goedkoop alternatief. Maar voor u weet valt u in de handen van een handelaar. Dit geldt zeer zeker voor pups. Een zorgvuldig gefokte pup koopt u na informatie bij de Raad van Beheer of rasvereniging bij een fokker* die door deze vereniging staat vermeld op de puppylijst of pupinfo en waarbij een aanbevolen koopovereenkomst wordt geleverd. Het heeft geen zin u zelf als koper te naïef voor te doen. Vooral bij de koop van een rashond dient u zich goed te informeren en niet over een nachtje ijs te gaan.
Raad van Beheer

BRS voorschriften van de Raad

Basis Reglement Stambomen (BRS)
Vanaf 1 juli 2008 zijn de nieuwe welzijnsregels van het Basis Reglement Stambomen (BRS) van kracht.
Dit betekent dat alle dekaangiften vanaf 1 juli 2008 moeten voldoen aan de nieuwe welzijnsparagrafen van het Kynologisch Reglement.

Welzijnsregels BRS
De welzijnsregels van het BRS staan als volgt beschreven in het Kynologisch Reglement.
Hoofdstuk VIII Basis Reglement Stambomen

Artikel VIII.1
  1. Een teef mag op de datum van de dekking niet jonger zijn dan 16 maanden.
  2. Een teef die haar eerste nest zal krijgen, mag niet gedekt worden na de dag waarop zij 72 maanden oud is geworden.
  3. Een teef mag niet gedekt worden na de dag waarop zij 96 maanden oud is geworden.

Artikel VIII.2
  1. Een teef mag slechts twee nesten in de periode van 24 maanden voortbrengen, met dien verstande dat de periode tussen de dekking voor het eerste nest en de dekking voor het daarop volgende tweede nest tenminste 10 maanden moet bedragen. De periode van 24 maanden start op de datum waarop de dekking voor het eerste van de twee binnen deze periode geboren nesten heeft plaatsgevonden.
  2. Het is in Nederland niet toegestaan dat een teef gedurende haar leven meer dan vijf nesten voortbrengt.

Artikel VIII.4
Indien er pups worden geboren uit een combinatie waarvan één of beide ouderdieren niet voldoen aan de voorwaarden van dit hoofdstuk, volgt er een sanctie tegen de fokker conform artikel VI.24.

Inteeltbeperking BRS
Met name voor fokkers is de paragraaf over de inteeltbeperking van belang. De controle daarop vindt plaats bij de dekaangiftes vanaf 1 juli 2010!
Voor honden die geboren worden uit de vermelde combinaties worden geen stambomen afgegeven.
Het betreft het artikel VIII.3 KR (nieuw)
De volgende combinaties van fokreu en fokteef zijn niet toegestaan:
a. Ouder/kind combinatie (combinatie P generatie/F1 generatie)
b. Broer/zus combinatie (combinatie F generatie)
c. Grootouder/kleinkind combinatie (combinatie P generatie/F2 generatie)

Controle Regels Inteeltbeperking
De regels voor inteeltbeperking worden direct bij de dekaangifte gecontroleerd. De fokker ontvangt bericht indien de dekaangifte niet voldoet. Er worden geen stambomen afgegeven voor het te verwachten nest.

Controle welzijnsregels
De welzijnsregels van het BRS worden gecontroleerd na het insturen van de geboorteaangifte van het nest.
Bij beoordeling van de regels worden ook de feiten die stammen uit de periode voor de invoering van het BRS meegenomen. Bijvoorbeeld: de nesten van voor de invoering van de nieuwe regels tellen ook mee bij de beoordeling van artikel VIII.2.2.
Indien het nest wel voldoet aan de welzijnsregels van het BRS zal de aanvraagprocedure gewoon verder gaan en zal de fokker geen bericht over het BRS ontvangen.
Als het nest niet voldoet aan de welzijnsregels van het BRS zal de aanvraagprocedure ook gewoon doorgaan en zullen er uiteindelijk stambomen voor het nest afgegeven worden.
Omdat de regels van het KR overtreden zijn zal dit voorgelegd worden aan het Tuchtcollege van de Kynologie. Hierover zal de fokker via de Raad van Beheer een bericht ontvangen. Vervolgens zal het Tuchtcollege de kwestie beoordelen en een uitspraak doen over de sancties.
De mogelijke sancties staan beschreven in artikel VI.25 van het Kynologisch Reglement
Terug naar de inhoud